Klop de boter, suiker en gemalen thee totdat het licht en romig is. Voeg het ei toe en klop nog een minuutje door.
Spatel de gezeefde bloem en bakpoeder er doorheen. Kneed het dan met een hand even door totdat je een deegbal hebt. Wanneer het te droog is, doe je er nog een beetje van het ei bij. Is het te nat? Meng dan nog een klein beetje bloem erbij.
Maak een worst van het deeg die ongeveer 7 cm dik is. Rol het in huishoudfolie en laat tenminste een half uur opstijven in de koeling.
Verwarm de oven voor op 200˚C en bekleed een bakplaat met bakpapier.
Haal de rol uit de koelkast en snijd er plakken van 1 cm dik vanaf. Leg deze op de bakplaat met zo’n 3 cm tussenruimte. Druk voorzichtig een amandel in het deeg en bak ze in zo’n 8 minuten goudbruin. Hou ze in de gaten, de randen kunnen ineens hard gaan.
Laat afkoelen op een ovenrek. Eet ze op of bewaar ze in een luchtdichte trommel.
Notities
Wil je minder of geen suiker gebruiken? Gebruik dan eens kokosbloesemsuiker, dit is een hele lekkere vervanger.