Haal de rol taartdeeg uit de koeling.
Snijd de kwarten in hele dunne schijfjes. Gebruik hiervoor een mandoline of een scherp mes. Probeer dezelfde dikte aan te houden, zodat alle plakjes straks even gaar zijn na het bakken. Het is niet erg als de ene iets groter is dan de andere. Leg de plakjes in een kom en doe het citroensap hierbij. Meng door elkaar en zet apart voor later.
Meng het pistachenoten meel met de roomboter, suiker en 1 ei in een mengkom en klop dit snel door elkaar tot een beslagje. Zet apart voor later.
Haal het deeg uit de verpakking en rol voorzichtig uit. Leg dit met het bakpapier en al in de quichevorm. Laat overtollig deeg overhangen.
Vul de taartbodem met de pistache frangipane. Smeer het nét niet tegen de rand.
Verwarm de oven voor op 200˚C.
Meng de plakjes appel met de kaneel en bouw de taart op. Bewaar de kleinste plakjes appel voor het laatst. Begin aan de buitenrand met het neerleggen van de plakjes. Laat de plakjes appel elkaar overlappen. Heb je de buitenrand klaar? Ga dan een stuk naar binnen en begin daar plakjes neer te leggen. Blijft het niet goed liggen? Steek de plakjes dan een beetje in de frangipane om het vast te plakken. Ga zo door tot je het midden van de taart hebt bereikt. Bestrooi op het laatst de appels met nog wat kaneel.
Vouw luchtig de randen naar binnen. Bestrijk deze randen met een mengsel van eidooier en melk en bestrooi deze met wat suiker en kaneel.
Bak de appeltaart in zo'n 30-35 minuten goudbruin. Hou de taart de laatste 10 minuten goed in de gaten, dat deze niet te donker wordt. Laat hem gerust nog even in de oven staan als deze nog niet bruin genoeg is gebakken.
Haal de taart uit de oven en laat 10 minuten staan, voordat je deze met bakpapier en al uit de vorm tilt. Laat hem dan verder afkoelen op een ovenrekje.