Via Francesca Kookt, hoorde ik van het fenomeen Foodbloggers TAG. Ik had er nog nooit van gehoord, maar het klonk wel leuk: dit is een lijstje met vragen waardoor jullie mij als (food)blogger wat beter leren kennen.
1. Sinds wanneer heb je een passie voor eten en koken?
Ik had vroeger al interesse in bakken. Ik herinner me dat ik als tiener zelf al mijn brood bakte. Wel uit een pakje, maar goed…het was een begin. Echt koken in die periode deed ik eigenlijk niet. Pas toen ik op mezelf ging wonen ben ik me daarvoor gaan interesseren. En dankzij mijn allereerste kookboek (ooit cadeau gekregen), het Margriet kookboek, kon ik alle basisbeginselen ten alle tijde opzoeken. Als je een beginnend kokkie bent, raad ik het je zeker aan.
Mijn kookkunsten zijn zich pas echt gaan ontwikkelen toen we met een clubje vrienden een wednesdaynight-kookclubje oprichtte. Aangezien we toch al wekelijks bij elkaar over de vloer kwamen, zijn we het maar gaan combineren met eten. Er moest tenslotte toch gegeten worden naast die flessen wijn. (Daar zat trouwens mijn kookgekke vriendinnetje Francesca Kookt, ook bij!) Mijn kookkunsten veranderde drastisch toen ik mijn allergie voor E621 ontdekte. Ik moest anders gaan koken om mezelf niet telkens ziek te maken. Koken vond ik leuk, maar bakken had ik meer mee. In die tijd had ik nog geen goede oven, maar was ik met zo’n klein elektrisch gevalletje nog bést handig. Toen ik eenmaal een ’normale’ oven tot mijn beschikking kreeg, ging ik los. Mijn liefde voor eten ligt meer bij bakken dan bij koken, maar dat laatste doe ik ook altijd met veel plezier. Oh en bakken, betekend echt niet alleen zoetigheid 😉
2. Wie is je grootste kookheld?
Die heb ik eigenlijk niet echt. Wel vind ik het heel tof dat Rudolph van Veen het koken weer helemaal op de kaart heeft weten te zetten, met 24Kitchen. Er zijn verschillende meningen over deze kok, maar feit is wel dat het 3 jaar geleden nog behoorlijk suf was om et een schoortje in de keuken te staan. Nu is het hipper dan ooit om met eten bezig te zijn. Ik vind dat hij hier een grote bijdrage aan heeft geleverd en het vuurtje bij mij weer heeft aangewakkerd.
Ik vind de simpele keuken van Donna Hay fantastisch, het buitenleven van Annabel Langbein jaloersmakend (ik wil ook zo’n tuin!). En de rauwe, freestyle kookkunsten van Jamie Oliver vind ik uitermate inspirerend. Ik haal veel inspiratie uit de kookboeken die ik verzamel; mijn kast puilt er van uit. Maar er is er niet een die er met kop en schouders bovenuit springt. Er zijn zóveel pareltjes geschreven! Ik bedenk me trouwens wel dat ik het heel stoer vind wat Heston Blumenthal allemaal doet. Zou er stiekem toch een chemicus in mij zitten?
3. Wat is je favoriete gerecht dat vroeger voor je gemaakt werd?
Een hele foute; Lasagne met patat. Dit hebben we ooit op vakantie in Zweden geserveerd gekregen en vonden de combinatie uitermate vreemd. Bij navragen bleek toch echt dat de patatjes erbij hoorde. Deze gekke combinatie hebben we thuis dan ook nog vaak gegeten. Als kind zijn vrat ik mijn vingers hier natuurlijk bij op. Lekker patatjes dippen in de lasagne-saus, yum! Ik eet af en toe nog bij mijn ouders en kan ik weer zo blij zijn als een kind, wanneer moeders ons verrast met dit gerecht. De lasagne maakt moeders altijd lekker zelf. En die patatjes…tja daar doen we de volgende dag dan gewoon een balansdagje voor.
4. Wat lust je niet?
Oeh dat is een makkie: vis, schelp- en schaaldieren en orgaanvlees (…trekt nu een mega-vies gezicht, blèch!). Kleine kanttekening: vis heb ik héél lang niet gegeten, maar langzaamaan begin ik steeds wat meer visjes lekker te vinden. Nu nog voornamelijk witte (gebakken) vis. Een hap rauwe haring zal je mij (ondanks dat ik toch écht een Scheveningse ben) niet zien nemen en laat die gamba’s ook maar zitten. Oh en ik vergeet slakken…maar ik denk dat ik daarin niet de enige ben 😉
5. Welk gerecht uit de Hollandse keuken vind je het lekkerst?
Ik hou van stamppotten en dan bij voorkeur boerenkool. Lekker ouderwets met een rookworst bovenop, alles in een pannetje gaar laten koken. Uiteraard met een flinke lepel mosterd er doorheen gestampt. In de winter kan ik dat elke week wel een keertje eten. En uiteraard appeltaart, door moeders gebakken!
6. Welke keuken trekt jou het meest?
Koken: Italiaans en Mexicaans. Bakken: Als er een oven bij kan worden gebruikt, maakt mij het éigenlijk geen bal uit. Ik bak uit alle windstreken, hihi.
7. Beschrijf je kookstijl in vijf woorden
Food that makes you move!
8. Welk gerecht past het best bij je persoonlijkheid?
Ik vind mezelf best een complex en prettige gestoord persoon. Ik kan me moeilijk focussen op een ding, vandaar dat ik ook zoveel ‘ingrediënten’ op mijn website combineer: Muziek, eten én design.
Datzelfde heb ik ook met eten. Als ik een gerecht in mijn hoofd heb, schieten er direct ‘lijntjes’ door mijn hoofd. “Als ik dat combineer met… Het is vast nog lekkerder als ik dat ingrediënt vervang voor… Als ik dat bijgerecht erbij maak, klopt het helemaal.” De boeken Smaakvrienden van Angelique Schmeinck werken ook zo en laten dan enigszins zien hoe het er in mijn hoofd aan toe gaat, op het moment dat ik een recept aan het bedenken ben.
Ik denk dan ook dat een kerstdessert dat ik ooit maakte, een Mojito dessert, ook echt bij deze vraag past. Een beetje gek, maar wel lekker, hihi.
9. Wat vind je belangrijk aan de voeding die je eet?
Dat het lekker is. Ik ben totaal geen calorieën-teller. Misschien zou ik het wel moeten doen hoor, maar dat zijn cijfertjes en die haat ik. Ik hou van groenten en ben een echte flexitariër. Vlees is voor mij geen must, 3x per week is meer dan genoeg. En ik hou van ‘gezellig’ eten. Ik probeer het altijd, hoe simpel het ook mag zijn, leuk te presenteren. Dat eet echt een stuk lekkerder! En het laat je tafelgenoot meteen zien dat je moeite hebt gedaan om hem/haar iets lekkers voor te schotelen.
10. Je wordt gebeld: over een half uur vrienden voor de deur om te komen eten. Wat maak je?
Makkelijk; een smaakvolle pasta. Ik heb eigenlijk áltijd pasta en tomatenblokjes in blik in de voorraadkast staan. Daarnaast hebben we op het aanrecht een leuk bakje staan, die ik aan het begin van de week altijd volprop met groenten. (Dan heb ik nooit een excuus om slechte dingen te gaan maken of halen.) Dus gooi ik snel een klein gesneden ui, pepertje, knoflook, paprika en courgette in een pan met wat olie. Verse tijm en rozemarijn erbij (handige tip om dit altijd vers in huis te hebben, vind je hier) en op smaak brengen met peper en zout.
Wat geroosterde pijnpoompitjes erbij én een blik tomatenblokjes. In een mum van tijd heb je een simpele maar voedzame maaltijd voor je vrienden klaar. En aangezien er bij ons altijd een stuk parmezaan in de koelkast ligt, knallen we die er ook nog even grof geraspt overheen. Tadaa, klaar!
Toetjes hebben we eigenlijk nooit in huis. Maar in de vriezer kan er zomaar een verdwaalde doos (zelfgemaakt) ijs staan. Ik bedenk me ineens dat er nog espresso-ijs en limoenijs staan te lonken in de vriezer, I like!
11. Wat wil je eten de avond voordat je amandelen geknipt worden en je daarna alleen perenijsjes mag eten?
Zelfgemaakte gehakballetjes, mmm! En dan het liefste met Roseval aardappeltjes uit de oven én een groene groente. Uiteraard zorg ik op zo’n moment wel dat ik even héél goed ga spijbelen, dus zal ik nog een flink stuk cheesecake wegwerken. Ik denk dat ik daar wel een paar weken op kan teren, hihi.
12. Wat voor smaak ijsje kies je uit bij de ijssalon?
Ik ga meestal voor de gekke smaken en het liefst zoveel mogelijk verschillende. Zo heb ik al eens snickers-ijs op, die was heerlijk. Maar het aardbeien-peperijs op De Parade vind ik altijd weer een feestje. Koud en heet tegelijkertijd. En nablussen zál je! Maar dat komt goed uit, want ik neem altijd een bolletje citroen erbij, lekker fris om mee af te sluiten.
Hoppa, dat waren alweer 12 vragen! Wil je meedoen met deze TAG? Neem de vragen over en zet ze op je site!
Leuk gedaan Wendy met veel plezier gelezen